dinsdag 3 oktober 2017

VAN WAAR DE NAAM ´IN DE WACHTKAMER´?


Simpelweg, omdat dat de plek is waar wij - zeker ´s winters - een groot deel van de dag doorbrengen. In de wachtkamer van een voormalig station in Frankrijk. Nu in gebruik als zitkamer. 
Dan kun je je natuurlijk afvragen, waarom wij in een station wonen. Is een van ons de stationchef geweest? Nee. Niet bepaald. Ik ben directie-secretaresse geweest (volgens mij heet dat tegenwoordig Management Assistant) en mijn man had een sportschool waar hij judo-, yoga- en conditietraining lessen gaf. Daar komt geen trein of rails aan te pas.  

En waarom Frankrijk? 
Omdat we ooit overwogen om een vakantiehuis in Italië te kopen. Ofwel in een wintersportplaats in het noorden, ofwel aan de middellandse zee. Maar los van de streek, in ieder geval in een levendig stadje met veel terrasjes en gezellige restaurantjes.... 
Dus hebben we een oud station gekocht in het midden van Frankrijk. Aan de rand van een boerendorp met vroeger 3, nu nog maar 2 restaurants, en 2 kroegen waar we bijna nooit komen. Dat heet vrouwenlogica. En van die logica heb ik tassen vol. 

En hoe kwamen we daar dan terecht? 
Simpel. Omdat we daarover tijdens een reis met de autotrein naar het zuiden hadden gelezen in het blad van de NS. "Tussen de rails" heette dat meen ik. En als soort van gezellig herfstvakantie-uitstapje hebben we met een goede vriendin drie van die stations bezocht. 

En bij de eerste was ik meteen verkocht. Het station nog niet, maar ik wel. Al jaren buiten gebruik, volledig geruïneerd door de dorpsjeugd, maar wat vond ik het leuk. De ligging, het uitzicht vanuit de (niet meer aanwezige) ramen boven. De hoogte van de plafonds, waarvan hele stukken waren verdwenen, waardoor ze nog hoger leken. Kortom: dit moest het worden wat mij betrof. 

Mijn man viel voor station 2. Naast een begraafplaats. Gezellig als je in je tuin zit te genieten van een drankje. En aan de achterkant keek je uit op een nieuwbouwwijk. Maar.... dit tweede station lag wel in een grotere plaats mét de gewenste terrasjes en restaurantjes. En dat was wat hem aantrok. Die wenende (of opgeluchte, afhankelijk van wie er overleden is) begrafenisbezoekers maakten op hem geen indruk. Gelukkig was dit tweede station ook veel kleiner en had ik - in ieder geval toen nog - een zeer positieve invloed op hem....

Het derde station viel sowieso af door de ligging tussen twee uitgestorven, dichtgetimmerde dorpen. Dus niks gezellige kroegjes of terrasjes. Plus het feit dat het echt een soort van kabouter-stationnetje was qua afmeting.

.
"In de wachtkamer" 
in die herfstvakantie 
van 1989. 

   

Met onze vriendin, die zich bij ieder station afvroeg of we wel goed bij ons hoofd waren, omdat we overal serieus de maat namen en bespraken hoe we het zouden indelen.


En zo werden we begin 1990, voor een appel en een ei, de trotse eigenaren van een volledig gestript en deels gesloopt station met bijna 1 ha. grond. Waar overigens nog geen grasspriet op groeide en dus ook geen vogel te horen of te zien was.